Een nieuwe Vlaamse of Belgische soort duikt af en toe wel op, dat is niet zo uitzonderlijk. Zeker bij soortgroepen als nachtvlinders, waar weinig onderzoek naar gebeurde, vangen we elk jaar wel eens een nieuwe soort. Maar dat zo’n nieuwe soort uitgerekend opduikt in de stad Brussel is toch wel bijzonder. Dat zegt één en ander over onze kennis van stadsnatuur. Gelechia’s zijn vaak moeilijk te determineren, maar deze soort is goed herkenbaar. De val waarin hij zat stond ook nog eens onder z’n waardplant: een massief van Noorse esdoorns.
Overigens was het -net zoals de vangst op de VRT een week eerder- een rijke vangst, met 106 gedetermineerde soorten. Toch bijzonder voor een drukke campus met 14.000 studenten, die momenteel deels bouwwerf is. En ook hier weer enkele in België vrij algemene soorten die niet of nauwelijks bekend zijn uit het hoofdstedelijk gewest, zoals de Granietuil of Bonte spitskopmot.
Overigens gebruikt de VUB al enkele jaren geen bestrijdingsmiddelen meer, en het moet gezegd: er zijn nog steeds leuke plekjes natuur te vinden op hun campus!